Minister: huurders kleiner deel inkomen kwijt aan huur

Het huurbeleid van de corporaties zorgt voor een verbeterde huurquote. Hierdoor zijn huurders dit jaar een kleiner deel van hun inkomen kwijt aan huur dan vorig jaar. Dat benadrukt minister De Jonge (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op vragen over het huurbeleid van dit jaar. In de NPA, waaraan ook de Woonbond zich heeft gecommitteerd, is afgesproken dat de huursom van corporaties gemiddeld maximaal mag stijgen met de CAO-ontwikkeling -0,5%.

Corporaties doen veel aan betaalbaarheid. Zo vragen ze niet de maximale huur en kijken ze bij het toewijzen van een woning of deze past bij het inkomen en huishoudsamenstelling. Ook zijn in 2023 de huren voor circa 600.000 huishoudens met een laag inkomen in een woningcorporatiewoning (verder) verlaagd tot € 575 per maand, een gemiddelde huurverlaging van € 57.

Verder stijgt de huur niet bij isolatiemaatregelen waardoor energielasten lager worden, zoals in de NPA is afgesproken. En via een verhoging van de huurtoeslag met € 34 per maand droeg ook de overheid haar steentje bij aan de betaalbaarheid.

Huurverhoging in 2024
De minister stelt dat de maximaal toegestane huurverhoging van 5,8% in verhouding tot voorgaande jaren hoog is. Dit relatief hoge percentage is het gevolg van de in 2023 sterk gestegen lonen. Daarom vindt De Jonge deze verhoging vanuit het perspectief van betaalbaarheid wel verantwoord.

Minister de Jonge: ‘Een lagere maximale huurverhoging is gunstig voor de nu zittende huurders, maar nadelig voor de beschikbaarheid, verduurzaming en betaalbaarheid van huurwoningen op de langere termijn.’

Hij berekent in de brief dat bij het eventueel doorvoeren van een huurbevriezing, huurders weliswaar per maand € 15 euro netto meer overhouden, maar dat corporaties ruim € 9 miljard minder kunnen investeren tot 2030. Bij een huurbevriezing kunnen corporaties de afspraken uit de NPA niet nakomen. Dat zou 10% minder nieuwbouw, leefbaarheid, verduurzaming en woningverbetering betekenen.

Lees de volledige brief op rijksoverheid.nl