Nederland stemt voor investeren in volkshuisvesting

De voorlopige verkiezingsuitslag laat zien dat een meerderheid van de stemmen naar partijen is gegaan die willen investeren in de volkshuisvesting. Welke kant het woonbeleid op gaat hangt sterk af van de coalitievorming.
Van GroenLinks-PvdA tot de PVV, bijna alle partijen hebben in de verkiezingscampagne beloftes gedaan voor meer betaalbare woningen. Ook zijn bijna alle grote partijen het eens over de noodzaak om huurders te beschermen tegen hoge huurprijzen. Volgens de Woonbond moet er daarom nu snel een kabinet komen dat huren betaalbaar maakt en weer écht investeert in Volkshuisvesting.
 Samenwerken aan robuuste volkshuisvesting
Woonbonddirecteur Zeno Winkels: ‘Partijen moeten nu gaan samenwerken aan robuuste en degelijke volkshuisvesting voor lagere en middeninkomens. Dat is ook hard nodig om het tekort aan betaalbare huurwoningen op te lossen.’
 Concrete maatregelen om wooncrisis op te lossen
De Woonbond denkt daarbij concreet aan het schrappen of verminderen van de vennootschapsbelasting voor corporaties, wat tot tientallen miljarden aan extra investeringsruimte kan opleveren voor de corporatiesector. Maar ook aan het investeren in nieuwbouw door bouwsubsidies voor sociale huurwoningen. En huurders beschermen tegen hoge jaarlijkse huurverhogingen en tegen woekerhuren in het private huursegment.
 Kiezers eensgezind over maatregelen
De kans is groot dat winnende partijen als D66 en CDA onderdeel worden van het nieuwe kabinet. De kiezers van deze partijen hebben in het Woonkieskompas afgelopen weken al  duidelijk gemaakt wat zij verwachten. Namelijk 6 op de 10 kiezers van zowel D66 als het CDA is voorstander van het bouwen van 40 procent sociale huur. En 74 procent van álle kiezers wil meer investeringsruimte voor corporaties. En zowel D66, CDA en GroenLinks-PvdA hebben aangegeven dat het mes in de belastingdruk van corporaties moet zodat ze meer kunnen bouwen. Winkels: ‘Hoog tijd die belofte na te komen. Dat betekent dat Jetten in gesprek moet met partijen die corporaties in stelling willen brengen en die willen investeren in robuuste volkshuisvesting voor een brede doelgroep.’

 
	 
	 
	