Goede, veilige stalling van scootmobielen regel je samen

Als eigenaar van een pand zijn corporaties verantwoordelijk voor de brandveiligheid van hun wooncomplex en moeten zij brandveilige vluchtroutes garanderen. De verscherpte regelgeving van 1 juli geeft corporaties duidelijkheid, maar zorgt tegelijkertijd voor onzekerheid bij bewoners. Hoe zorgen we ervoor dat we zowel de brandveiligheid als de mobiliteit van bewoners kunnen waarborgen? In dit artikel geven we je handvatten en tips.

Nieuwe voorschriften
De voorschriften in het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn vernieuwd en verduidelijkt. Er staat nu expliciet aangegeven dat elektrische fietsen en scootmobielen vallen onder de verscherpte regelgeving (artikel 6.15a). Scootmobielen worden uitgegeven door de gemeente, maar staan nu vaak in de vluchtwegen. Kan de scootmobiel niet brandveilig gestald worden, dan riskeert de corporatie een boete van enkele duizenden euro’s per incident van de afdeling Vergunning Toezicht Handhaving van de gemeente. Dit vraagt om het realiseren van brandveilige stallingen in samenwerking met de gemeente.

Rookverspreiding belemmert vluchten
Rookverspreiding in een vluchtroute is het grootste risico bij brand. Binnen 1 minuut staat een gang vol rook en zie je niet meer waar je kunt lopen. Naast technische en bouwkundige eisen van een veilige stalling, is de meeste winst te behalen bij goed gebruik van die stallingen. Ook goede voorlichting aan de scootmobielgebruikers is belangrijk. In ongeveer de helft van alle wooncomplexen wonen huurders die afhankelijk zijn van een rollator of scootmobiel. En dat aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen.

Afdelingen Wonen en Vastgoed
Hoe zorg je als woningcorporatie voor brandveilige scootmobielenstallingen?

Een goede afstemming en samenwerking tussen afdeling Wonen en afdeling Vastgoed is hierin belangrijk. Wonen richt zicht op draagvlak bij bewoners, de mogelijkheden voor een stalling (inpandig/ eigen terrein/ ontwerp) en het aantal plekken. En sluit een overeenkomst met de huurder over het gebruik van de stalling en het bedrag dat de bewoner daarvoor maandelijks betaalt. De Afdeling Vastgoed gaat over de kosten (in begroting, investeringsplan) en de daadwerkelijke realisatie van de stalling.

Ook neemt de afdeling Wonen de realisatie van de scootmobielstallingen mee in de prestatie afspraken met gemeente. Er kunnen afspraken worden gemaakt over de te realiseren stallingen en de financiële bijdrage vanuit de gemeente. Het is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid dat bewoners langer zelfstandig thuis wonen.

Praktijkvoorbeeld samenwerken met Wmo
Die gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft bij de Alliantie ook invloed op de Wmo-aanvraag voor een scootmobiel bij de Gemeente Amsterdam. De toewijzing van een scootmobiel volgt pas nadat de Wmo-afdeling van de gemeente bij de woningcorporatie van de huurder gecheckt heeft of er ook een brandveilige stalling aanwezig is. Als de corporatie en de Wmo-afdeling van de gemeente er onderling niet uit komen kan de brandweer adviseren. Ook kunnen partijen samen alternatieven overwegen, zoals deelscootmobielprojecten. Benieuwd naar hoe de Alliantie samen met haar partners van de gemeente en brandweer vaststelt of de woning ‘scootsafe’ is? Het onderstaande stroomschema geeft het proces schematisch weer.


Praktische handvatten en tips
Het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid (NIPV) heeft nog enkele praktische tips voor het beperken van de brandgevaarlijke risico’s binnen wooncomplexen:

  • Voorzie bergruimte voor scootmobielen van een rolscherm dat bij detectie van rook automatisch sluit (let wel: is het scherm brand- en rookwerend, zelfsluitend? Zorg ook voor alarm en rookafvoer.
  • Zorg ervoor dat de bergruimte makkelijk bereikbaar is vanuit de hal/ lift, en goed bereikbaar vanaf de openbare weg.
  • Let op naar-buitendraaiende-deuren die elektrisch openen (met sleutel, knop of met zender op scootmobiel).
  • Zorg voor voldoende ruimte voor op- en afstappen scootmobiel (210×210 cm; bij meerdere scootmobielen 210×310 cm), voldoende stopcontacten (niet te laag bij grond) en een plekje waar de oplader kan liggen (zodat deze tijdens opladen niet op de zitting gelegd wordt).
  • Neem bewoners mee in de mogelijkheden en het ontwerp (materiaalkeuze en locatie).
  • Organiseer heldere, professionele voorlichting (met afbeeldingen), zowel in brochures als via persoonlijk contact. Laat eventueel filmpjes zien van de snelheid van rookontwikkeling om de urgentie te benadrukken.

Implementatie binnen de organisatie: betrek gebiedsteams en complexbeheerders
Veel corporaties hebben een calamiteitenplan. Maar dan ben je er nog niet. Juist de medewerkers ‘in het veld’ moeten aangehaakt zijn en krijgen er een belangrijke taak bij. Waar begin je?

5 stappen die van belang zijn:

  • Voorzie bergruimte voor scootmobielen van een rolscherm dat bij detectie van rook automatisch sluit (let wel: is het scherm brand- en rookwerend, zelfsluitend? Zorg ook voor alarm en rookafvoer.
  • Inventariseer met gebiedsteams risicocomplexen.
  • Prioriteer de complexen (stoplichtmodel)
  • Breng de noodzaak van sociale brandveiligheid onder de aandacht van gebiedsteams en blijf handhaven!
  • Organiseer communicatie/voorlichting voor huurders door bijvoorbeeld voorbeeldbrieven en tools voor complexbeheerders te ontwikkelen.
  • Maak brandveiligheid onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden monitor het en houd brandveiligheid levend in gebiedsteams.

Praktijkvoorbeeld deelmobiliteit
In Zwolle kunnen 4 scootmobielen worden ingezet voor ongeveer25 bewoners in een woonzorg complex. Dit is getest via een pilot. Deelnemers worden lid, krijgen een rijvaardigheidstraining en kunnen eenvoudig een scootmobiel reserveren. De pilot wees uit dat 4 scootmobielen voldoende is. De gemeente garandeert hierbij de mobiliteit van de bewoner. Wanneer alle scootmobielen gereserveerd zijn en de deelnemer dreigt thuis te moeten blijven, dan wordt er opgeschaald. Het motto hierbij is: ‘Denk in mobiliteit in plaats van hulpmiddelen’. De kosten van de inzet van deelmobiliteit betreft een fractie van de gemiddelde kosten van een externe stalling.

Losse stallingen zijn nodig bij complexen waar er onvoldoende interne stallingsmogelijkheden aanwezig zijn. De leverancier is verantwoordelijk voor plaatsing en levert naast de gebruikelijke maatwerkvoorzieningen ook de scootmobielen (en fietsen) via een bezorgservice. Het op- en afschaalprincipe is daarnaast nog steeds van toepassing. Verder levert de leverancier alle voorlichting en rijvaardigheidslessen.

Een aantal tips voor een scootmobielpool: leg de gebruiksvoorwaarden vast, zorg voor 1 aanspreekpunt, Keep it stupid simple (KISS), geef bewoners passende verantwoordelijkheid, leg de verantwoordelijkheden voor deelmobiliteit (oa beschikbaar stellen grond) vast in een (bestaande) Wmo convenant met de gemeente en er zijn vaak minder op maat gemaakte scootmobielen nodig dan er vaak wordt gedacht.

Dit artikel is geschreven op basis van de Aedes-webinar Brandveiligheid scootmobielstalling op 28 september 2024. Met dank aan de sprekers: Johan van der Graaf (NIPV), Yvonne Visser en Jan Kees Gijsbers (de Alliantie) en Matthijs Barendse (gemeente Zwolle).

Lees meer over
Ouderenhuisvesting                                       Brandveiligheid